Het aandeel werknemers met burn-outklachten stijgt al jaren gestaag, en per 2014 sterker. Zorgen daarover in de Tweede Kamer brachten staatssecretaris Van Ark ertoe grondig onderzoek te laten doen naar de achtergronden. TNO deed dat, met een klankbordgroep voorgezeten door Prof. Schaufeli. Staatssecretaris Van ‘t Wout stuurde het eindrapport van de 12 (!) TNO-onderzoekers aan de Tweede Kamer. De illustratie komt daaruit.
Combinatie van factoren:
Het onderzoek omvat analyses op gegevens van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), nadere interviews met deelnemers daaraan met veel klachten, en interviews met sociale partners en een aantal werkgevers en leidinggevenden. Dit grotendeels vóór de coronacrisis. Burn-outklachten blijken voort te komen uit een combinatie van factoren in werk, persoon en maatschappij; zoals hoge taakeisen, matige steun van de leiding, een onbevredigende balans werk-privé, technologische ontwikkelingen, weinig werkzekerheid, veranderend werk. Risicosectoren zijn zorg, onderwijs, ICT en industrie. Geïnterviewde werknemers noemen ook diversiteit in en ‘stapeling’ van oorzaken. De zeer schaarse gegevens suggereren dat het aandeel burn-outklachten in Nederland internationaal gezien gelijk of lager is.
Sociale partners verdeeld:
Bonden zien in de publieke sector burn-outklachten vanwege personeelstekort en verlaagde budgetten. Werkgeversorganisaties zien dit binnen meerdere sectoren. Verder maken sociale partners gewag van een verharde cultuur in werk en maatschappij, fusies en reorganisaties, ongewenst gedrag door derden en hoge verwachtingen vanuit de organisatie. De staatssecretaris schrijft in z’n brief:
“Wat betreft het voorkómen van klachten geven werknemersvertegenwoordigers verder aan dat de aanpak vooral gericht moet zijn op de organisatiekant, op de oorzaken in het werk.
Werkgeversvertegenwoordigers zien vooral het individu als verantwoordelijke voor de signalering van klachten, waarbij er wel ruimte moet zijn om die klachten te bespreken in een veilige omgeving.”
Brede preventieve aanpak nodig:
“Een brede, programmatische en preventieve aanpak met verschillende partijen en vanuit verschillende domeinen is nodig.” Staatssecretaris Van ‘t Wout schrijft omstandig over de brede maatschappelijke samenwerking die al door z’n ambtsvoorganger ingezet is om burn-outklachten terug te dringen. Van ’t Wout meldt verder: “Er is inmiddels met een kerngroep verdiept op de bestaande situatie … Het streven is om medio 2021 een plan van aanpak op te leveren. Daarnaast zal begin 2021 de mentale vitaliteit bij thuiswerken centraal staan in een traject met de SER.” Rapport TNO burn-outklachten